Maandag 11 november kondigde minister Klever van Ontwikkelingshulp aan dat er vanaf 2026 €1 miljard minder beschikbaar komt voor maatschappelijke organisaties die werken aan een betere wereld. Dit raakt kwetsbare bevolkingsgroepen wereldwijd, de organisaties die zich voor hen inzetten én de internationale positie van Nederland.
Grote impact.
De aangekondigde bezuinigingen betekenen dat we ons werk met Right2Grow – waarin we met zes partners samenwerken met 45 lokale partners en meer dan 1.000 grassrootsorganisaties in zes landen – na 2026 niet kunnen voortzetten. Terwijl we daarmee juist zorgen dat lokale gemeenschappen in arme gebieden hun recht op voedsel, water, en gezondheid kunnen claimen voor hun kinderen.
De bezuiniging doet ons pijn en doet geen recht aan alles wat in de afgelopen jaren bereikt is.
Minder afhankelijk van overheidsfinanciering.
Maandagavond berichtte het NOS-journaal dat The Hunger Project voor meer dan 50% afhankelijk zou zijn van overheidsfinanciering. Dit beeld klopt niet. We hebben juist een diverse achterban die we zeer waarderen.
Hoe zit het dan wel?
In 2023 vormde overheidsfinanciering 37% van onze inkomsten. De suggestie van meer dan 50% werd gewekt omdat wij als penvoerder van de Right2Grow-alliantie het volledige subsidiebedrag ontvangen. Wij sturen dit grotendeels door naar onze vijf alliantiepartners. Van de 37% die overblijft voor ons eigen werk, gebruiken we vervolgens weer een deel voor kosten die we maken ómdat we penvoerder zijn. Zo onderhouden wij namens de alliantie de relatie met het ministerie van Buitenlandse Zaken, rapporteren we op onze resultaten en monitoren we de alliantie-uitgaven.
Wij roepen, samen met andere organisaties, de Tweede Kamer op het voorgenomen beleid te heroverwegen. Dat is niet alleen beter voor de wereld, maar ook voor Nederland.
Annelies Kanis, directeur The Hunger Project.