5 feiten over honger.
We zetten 5 feiten over honger voor je op een rijtje. Want veel mensen denken bij honger eerst aan graatmagere mensen en kinderen met bolle buikjes. Dat zijn de beelden die het nieuws halen. Toch is deze acute vorm van honger, maar een heel klein deel van alle mensen die honger hebben. Veruit de meeste mensen met honger hebben chronische honger. Dat wil zeggen dat zij dag in, dag uit te weinig, of te eenzijdig eten. Honger is dan ook een structureel probleem en vraagt om structurele oplossingen.
Honger feit 1: tussen de 713 en 757 miljoen mensen hebben honger.
Wereldwijd hebben naar schatting tussen de 713 en 757 miljoen mensen een constant probleem met voedsel: ze hebben chronisch honger. Dat is ruim 9% van de wereldbevolking: oftewel 1 op de 11 mensen. De meeste mensen met honger wonen op het platteland van Azië en Afrika. Meer dan de helft van het aantal mensen met honger woont in Azië: 385 miljoen mensen. Honger treft ongeveer 300 miljoen mensen in Afrika, en meer dan 40 miljoen mensen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Ironisch genoeg zijn het vaak kleinschalige boeren, dus juist degenen die dagelijks bezig zijn met het verbouwen van voedsel. En tenslotte hebben meer vrouwen dan mannen honger en worden ook jongeren onevenredig door honger getroffen.
Een deel van de honger wordt veroorzaakt door een hongersnood, crisis, natuurramp of oorlog: acute honger. Maar meestal is honger chronisch: mensen eten dag in dag uit, jaar na jaar en generatie na generatie te weinig of te eenzijdig. Een structureel probleem, dat niet is op te lossen met voedselhulp. Het uitdelen van voedsel biedt weliswaar even verlichting, maar later is er weer honger. Chronische honger vraagt om duurzame oplossingen.
Honger wordt gemeten door de FAO: de Food and Agriculture Organisation van de VN. Zij brengen tweejaarlijks een rapport uit met de stand van honger in de wereld. Naast de miljoenen mensen met honger, leven 2,3 miljard mensen iedere dag met een vorm van voedselonzekerheid of honger. Bovendien kunnen maar liefst 2,8 miljard mensen zich geen gezonde voeding veroorloven.
Honger feit 2: het aantal mensen met honger daalde flink en steeg daarna weer.
De wereld heeft zichzelf tot doel gesteld dat in 2030 niemand nog honger heeft. Dat spraken de leiders van 193 landen met elkaar af, als onderdeel van Sustainable Development Goals (SDG’s). SDG2 is #ZeroHunger in 2030.
Het ging de afgelopen decennia veelbelovend goed vooruit: hoewel de wereldbevolking fors groeide, daalde het aantal ondervoede mensen jarenlang flink. Tussen 2005 en 2015 daalde het aantal mensen met honger van 793,4 miljoen naar 563,9 miljoen: in slechts 10 jaar tijd hadden 229,5 miljoen minder mannen, vrouwen en kinderen honger. Dat is een afname van 12,1% naar 7,7%.
Maar sinds 2015 is er een teleurstellende omslag in die dalende lijn. Honger nam weer toe, in plaats van af. Het percentage ondervoede mensen bleef tussen 2015 en 2020 ongeveer gelijk, rond de 8%, maar is sindsdien weer toegenomen. Het aantal ondervoede mensen nam elk jaar toe en is de laatste 3 jaar nagenoeg gelijk gebleven: van 588,9 miljoen in 2015 naar tussen de 713 en 757 miljoen in 2023. Wereldwijde honger ligt nog steeds ver boven het niveau van vóór de COVID-19-pandemie en treft ongeveer 9,1% van de wereldbevolking in 2023 vergeleken met 7,9% in 2019. #ZeroHunger is nog lang niet in zicht: zet deze trend door, dan hebben in 2030 nog altijd 582 miljoen mensen honger.
Die stijging komt vooral door conflicten, groeiende ongelijkheid, de gevolgen van de klimaatcrisis en de coronapandemie, de inflatie en de voedselcrisis.
In 2030 moet niemand nog honger hebben.
Honger feit 3: honger is niet altijd zichtbaar.
Je kunt niet altijd zien wie ondervoed is. Mensen met honger kunnen er goed uitzien, of zelfs stevig. Want zelfs wanneer mensen voldoende calorieën binnenkrijgen om hun gevoel van honger te stillen, kunnen ze door slecht of eenzijdig eten toch een tekort hebben aan voedingsstoffen. Als je bijvoorbeeld dagelijks alleen witte rijst of cassave eet, kom je heel wat vitamines en mineralen te kort en raak je ondervoed.
Deze ‘verborgen honger’ heeft grote consequenties: je weerstand neemt af en je wordt sneller ziek. Je wordt te dun of juist te dik. Je hebt minder energie en kunt minder goed leren en presteren. Ondervoede kinderen lopen een groei- en ontwikkelachterstand op, en dat werkt een leven lang door.
Honger feit 4: honger komt niet door een tekort aan voedsel.
Honger kent vele oorzaken. Gebrek aan voedsel hoort daar niet bij: er is genoeg. Zeker de laatste decennia is de voedselproductie enorm gestegen, waardoor we meer dan genoeg produceren voor iedereen op de wereld. Een einde maken aan honger betekent dus niet automatisch dat we meer voedsel moeten produceren. Honger gaat vooral om de toegang tot en de verdeling van dat voedsel.
De belangrijkste oorzaken voor chronische honger zijn diepgewortelde ongelijkheid, armoede en fundamentele weeffouten in ons voedselsysteem. En de toename van honger wordt vooral veroorzaakt door klimaatverandering, conflicten zoals de oorlog in Oekraïne en de coronacrisis. Daarnaast spelen veel meer oorzaken een rol – het is een vicieuze cirkel waarin genderongelijkheid, vervuild drinkwater, slecht onderwijs en gebrekkige gezondheidszorg allemaal een rol spelen.
Sommige oorzaken zijn meer voor de hand liggend, zoals klimaatverandering of slecht onderwijs. Je kunt je voorstellen dat weersextremen of onvoorspelbare regens gevolgen hebben voor de oogst van kleinschalige boeren. Andere oorzaken zijn meer verborgen, zoals kindhuwelijken: een meisje dat jong trouwt stopt vaak met school, kan geen goede baan vinden en krijgt jong kinderen. Waardoor zij, en haar kinderen, meer kans hebben op een leven in armoede en met honger. Maar ook ziektes als malaria en hiv/aids, of het ontbreken van een goede mogelijkheid om oogst veilig op te slaan of om spaargeld veilig te bewaren, of vervuild drinkwater spelen allemaal, op hun eigen manier, een rol bij honger.
Er is genoeg voedsel voor iedereen op de wereld.
Honger feit 5: een wereld zonder honger is mogelijk.
Ondanks de alarmerende cijfers ziet The Hunger Project honger als het grootste oplosbare probleem ter wereld. En geloven wij dat een wereld zonder chronische honger haalbaar is: ‘het kan wél’. Evelijne Bruning, directeur The Hunger Project Nederland: “Dat is geen naïef praatje voor de bühne – we weten dat het kan. Alleen moeten we dan wel serieus in dit vraagstuk investeren. En met z’n allen heel hard aan de bak om het tij te keren. Want honger moet niet verder toenemen, het moet fors afnemen.”
Experts van The Hunger Project praten volop mee in allerlei beleidsdiscussies om de trend om te buigen richting de nul. We investeren in kleinschalige boeren, versterken lokale stemmen en investeren in lokale en duurzame voedselsystemen. En met programma’s in bijna 9.500 dorpen in 13 programmalanden laten we in de praktijk zien dat het einde van honger haalbaar is. De aanpak verschilt per land – want de omstandigheden zijn er ook verschillend. Maar in alle gebieden werken we aan alle oorzaken van honger tegelijkertijd, met vrouwen voorop.
The Hunger Project kijkt naar wat er wél kan. En werkt toe naar zelfredzaamheid, met meer zeggenschap voor vrouwen en effectieve partnerschappen met lokale overheden. Dat zijn duurzame oplossingen.
Wereldwijd hebben naar schatting tussen de 713 en 757 miljoen mensen honger. Het merendeel heeft chronische honger. Dat komt niet door een tekort aan voedsel en is dus ook niet op te lossen met voedselhulp. Het probleem van chronische honger vraagt om duurzame oplossingen, waarbij we alle oorzaken van honger aanpakken – geïntegreerd en tegelijkertijd. Met als belangrijkste oplossing: mensen met honger zélf. Door er samen de schouders onder te zetten, is een wereld zonder honger echt mogelijk.