Roderick van Zuijlen van Nijevelt en The Hunger Project.
Roderick van Zuijlen van Nijevelt trad afgelopen jaar toe tot de Raad van Toezicht van The Hunger Project. Zijn bezoek aan Malawi afgelopen zomer maakte diepe indruk op hem: “De trots die ik zag in de ogen van de mensen, zal ik nooit vergeten.”
Dankbare taak.
“Geboren en getogen op landgoed en attractiepark Duinrell, ben ik opgegroeid met het familiebedrijf en alles wat daarbij komt kijken. Nu ik de dagelijkse leiding achter me heb gelaten, houd ik me onder meer bezig met de dynamiek binnen familiebedrijven als adviseur, vertrouwenspersoon, mediator en procesbegeleider – een zeer dankbare taak.
Iets toevoegen aan deze wereld.
In deze fase van mijn leven vind ik het belangrijk om me ook met andere dingen bezig te houden dan enkel de focus op mijn bedrijf of dat van anderen. Ik wil mijn blik verbreden en meer toe voegen aan deze wereld. Het leek me fijn om me in te zetten voor een ontwikkelingsorganisatie, iets buiten de commerciële activiteiten die ik onderneem.
Een ondernemende blik.
Binnen de Raad van Toezicht van The Hunger Project was een ondernemende blik nodig – ik was vereerd hiervoor gevraagd te worden en het voelde op mijn lijf geschreven. Het reilen en zeilen van een familiebedrijf zit in m’n DNA gegroefd. Ik leerde al heel jong dat het essentieel is dat je de gast centraal zet. Als je een bedrijf leidt, dan probeer je mensen te empoweren, ownership te geven en trots te laten zijn op hetgeen je met een team realiseert. En als je trots bent als team, met respect voor ieders rol, bereik je zo veel meer.
Tekst loopt door onder de foto.
Het bezoek aan Malawi heeft echt mijn ogen geopend: het zit in de hele kleine dingen.
RAAD VAN TOEZICHT
“The Hunger Project heeft belangrijke ingrediënten in huis om mensen binnen afzienbare tijd en met heel weinig middelen een beter leven te kunnen bieden.”
Roderick van Zuijlen van Nijevelt
Lid van de Raad van Toezicht van The Hunger Project en eigenaar van attractie- en vakantiepark Duinrell
RAAD VAN TOEZICHT
Trots.
Dat is precies wat ik ook in Malawi ervaarde tijdens de reis die ik in juni maakte samen met de Raad van Toezicht: de trots die ik in de ogen van de mensen zag op het zelfredzaamheidsfeest van één van de epicentra, zal ik nooit vergeten. Mensen waren trots op wat ze bereikt hadden, met de minimale middelen die ze hadden. Dat dwingt zoveel respect af.
Kleine stapjes.
Het bezoek aan Malawi heeft wat dat betreft echt mijn ogen geopend: het zit in de hele kleine dingen. Je moet in heel kleine stapjes denken. Denk aan de behoeftepiramide van Maslow: wij zitten in de top, de dorpen die we bezochten, zitten ergens onderaan. Wat voor ons een heel klein stapje lijkt, kan voor hen een giant leap forward zijn.
Goed gevoel.
Ik heb nog nooit honger gehad. Wat doet dat met je? Hoe kan je dan productief zijn? Dat is mijns inziens onmogelijk als je honger hebt. Als je je eigen kinderen geen eten kunt geven, dat kan ik me niet voorstellen. Als je in zo’n situatie iets kleins kunt veranderen, zodat mensen hun kinderen een ontbijt kunnen geven en naar school kunnen sturen, dat geeft zo’n enorme eigenwaarde, zo’n enorme trots. En dat ik daaraan bij kan dragen, dat geeft een goed gevoel.
Olievlek.
De ontmoeting met geitenboer Sabistone heeft diepe indruk op me gemaakt. Sabistone kreeg een paar jaar geleden van The Hunger Project vier geiten. Hiervan gaf hij de eerste lammetjes door aan een ander gezin, plus de kennis die hij had opgedaan. Nu is zijn kudde uitgegroeid tot wel 76 geiten. Hij heeft voldoende vlees, gevarieerd en voedzaam eten voor zijn gezin, gebruikt de geitenmest in plaats van dure kunstmest en vult zijn inkomen aan door geiten te verkopen. Met Sabistone en zijn gezin gaat het goed, zij hoeven zich geen zorgen te maken over hun voedsel. Hij ontplofte bijna van trots. Voor mij is hij echt een inspirator: hij zal als een olievlek werken voor zijn hele gemeenschap.
Diepe indruk.
Ik heb heel veel gereisd in mijn leven, waaronder veel in Afrika, ook met mijn kinderen. Wij vonden het belangrijk om avontuurlijke reizen te maken waarbij de kinderen ook in contact kwamen met andere culturen en levensstandaarden. In 1989, tijdens mijn studietijd, is het eerste reiszaadje geplant. Samen met een maatje van mij ben ik op wereldreis gegaan. De armoede in Bangladesh maakte toen diepe indruk op me. Er waren zoveel bedelaars en mensen die op straat lagen, ik zag zoveel ellende daar.
Verrader.
Ik kan me nog herinneren dat ik me een verrader voelde toen het vliegtuig opsteeg in Dhaka, ik naar buiten keek en de krotten onder me – tegen de omheining van het vliegveld aangeplakt – steeds kleiner zag worden. Ik vloog steeds verder weg, maar die mensen beneden bleven achter. In Bangladesh ontdekte ik wat het verschil was tussen niet heel veel geld hebben en ver beneden het bestaansminimum moeten leven.
Bevlogen mensen.
Een investering in het werk van The Hunger Project geeft een goede kans op het einde van honger in deze wereld als uiteindelijk doel. Er werken down to earth, gedreven en zeer bevlogen mensen, zowel in Nederland als in de projectlanden. The Hunger Project heeft belangrijke ingrediënten in huis om mensen binnen afzienbare tijd en met heel weinig middelen een beter leven te kunnen bieden.
Uitgedachte strategie.
Met eigen ogen heb ik in Malawi kunnen ervaren hoeveel meer de uitgedachte strategie van The Hunger Project voor gemeenschappen betekent dan alleen voeding: het raakt veel van de Sustainable Development Goals. Natuurlijk zijn er tegenslagen of hoop je dat de vooruitgang sneller gaat. Maar de blijdschap, trots en de enorme stappen die nu al zijn gemaakt – door de mensen zelf – voor een duurzaam beter leven, spreken voor mij boekdelen. Het werk van The Hunger Project is iets dat de kern raakt. Deze geïntegreerde aanpak werkt.”
Het werk van The Hunger Project raakt de kern. Deze geïntegreerde aanpak werkt.
Investeer ook in een wereld zonder honger.