Een wereld zonder honger, het kan wél.

Een wereld zonder honger, het kan wél.

Vooruitgang in zelfredzaam epicentrum Adonkwanta

In epicentrum Adonkwanta in Ghana, dat eind 2022 zelfredzaam werd, is veel veranderd. “We hebben nu een bank, een gezondheidskliniek en sinds kort ook internet. En dorpsbewoners zetten zich nog meer dan voorheen in voor de gemeenschap.”

2009: van start.

“Toen The Hunger Project hier kwam, waren er veel mensen die in armoede leefden. Ik vond dat altijd lastig en wilde graag iedereen helpen die het zwaar had. Maar ja, als je zelf ook niet veel geld hebt, is dat moeilijk en frustrerend.”

David, vader van 9 kinderen, greep zijn kans toen zijn dorp Adonkwanta (Ghana) in 2009 ging samenwerken met The Hunger Project. Samen met zijn dorpsgenoten, de inwoners van 9 omringende dorpen en The Hunger Project werkte David aan het betere leefomstandigheden. “In de workshops leerde ik hoe ik me op een andere manier kan inzetten: niet met geld, maar met kennis.”

David

Veronica

2023: vooruitgang is zichtbaar.

Sindsdien is er veel veranderd. Ook de 72-jarige Veronica ziet de voortuitgang. “We hebben nu een bank, een gezondheidskliniek en sinds kort ook internet. Vroeger had ik soms moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Maar door de landbouwtrainingen is de opbrengst van mijn land gestegen. Ik leerde om mijn mais efficiënter te planten en ben gestart met biologisch telen. Door mijn toename in inkomsten, kunnen mijn man en ik een groter en beter huis bouwen. Als vrijwilliger geef ik mijn kennis door aan mijn dorpsgenoten.”

Zelfredzaamheid: Adonkwanta staat sterk.

Na jarenlange samenwerking met The Hunger Project is epicentrum Adonkwanta eind 2022 zelfredzaam geworden. Dat betekent dat de inwoners van Adonkwanta flinke verbetering hebben behaald en nu zelf verder gaan. Adonkwanta staat sterk: er is een florerende kliniek, toegang tot internet via goede wifi, een bank met mobiel bankieren, voldoende kennis over landbouw en vooral betrokken en gemotiveerde vrijwilligers die hun dorpsgenoten vooruit willen helpen.

Het epicentrumgebouw

Zelf aan zet.

Het zijn de mensen van Adonkwanta zelf, die de programma’s organiseren en leiden. Mensen zoals Hayford, die werd gekozen als voorzitter van het epicentrumcomité. Hayford: “Ik deed vanaf de start actief mee aan de workshops, want ik vond het belangrijk om me in te zetten voor mijn dorpsgenoten. Het geeft mij zelf ook veel. Zo heb ik zelf ook veel opgestoken van de leiderschapstrainingen.” Zijn vrouw Vida steunt hem daar volledig in. “Het is erg nuttig werk, voor de hele gemeenschap.”

Goede afspraken met de overheid.

Nu het epicentrum zelfredzaam is geworden, onderhoudt Hayford een deel van het contact met de lokale overheid. Zij zijn nauw betrokken bij het epicentrum, en hun rol wordt extra belangrijk nu het epicentrum verdergaat zonder The Hunger Project. Hayford: “We hebben goede afspraken gemaakt met de lokale overheid, zodat de voorzieningen blijven draaien. Zo hebben we contact over wat er nodig is voor de gezondheidskliniek, de landbouwtrainingen, onderwijs en het sociale werk. Ik heb er vertrouwen in.”

Vida en Hayford

Sociale ondernemingen.

Naast de goede samenwerking met de lokale overheid, is een andere voorwaarde voor zelfredzaamheid dat het epicentrum een eigen inkomstenstroom heeft – zodat de projecten het redden zonder verdere financiële steun van The Hunger Project. Daarom zijn er in het epicentrumgebouw verschillende activiteiten opgezet die inkomsten opleveren. De winst van deze social enterprises wordt gebruikt voor het onderhoud van het epicentrumgebouw en elektriciteit voor alle diensten, zoals het ICT-centrum, de bank en de gezondheidskliniek.

Een van die social enterprises is de verhuur van stoelen en tafels voor grote bijeenkomsten zoals begrafenissen en bruiloften – waar vaak honderden gasten komen. En aangezien deze gasten vaak blijven overnachten, loopt de verhuur van matrassen ook goed.

Ook wordt er geld verdiend met een winkel voor landbouwmiddelen. Boeren kunnen bij deze winkel in het epicentrumgebouw terecht voor bestrijdingsmiddelen en andere producten. Een kleine winstmarge gaat naar de spaarrekening van het epicentrum.

Benedicta – inkoper, verkoper en adviseur – in de winkel voor landbouwmiddelen 

Nieuwe kennis en inspiratie in het ICT-centrum.

Een deur verderop, naast de winkel, is in samenwerking met Bluetown en Microsoft een ICT-centrum ingericht. Mensen kunnen er gratis gebruik maken van computers, en er zijn wifipunten in het dorp aangelegd. Dat brengt de mensen van Adonkwanta een hoop nieuwe kennis en inspiratie. En voor wie het computergebruik nog nieuw en lastig is, staan Victoria Y. en Victoria N. klaar. Zij runnen samen het ICT-centrum en staan klaar om iedereen op weg te helpen.

Ibrahim, secretaris van het epicentrumcomité en leraar, is daar erg blij mee. “Ik ga wekelijks met mijn leerlingen naar het ICT-centrum voor gratis les krijgen in het werken op de computer. Voorheen was er ook geen goed internet hier. Dat is nu een stuk verbeterd, erg handig!”

Goede gezondheidskliniek.

Het goede internet helpt ook de medewerkers van de gezondheidskliniek in het epicentrumgebouw. Verloskundige Eunice vertelt: “Sinds het internet hier goed is kunnen we makkelijk contact zoeken met collega’s in Accra. We kunnen de gegevens van onze patiënten online bijhouden en de declaraties voor verzekerde patiënten indienen bij de zorgverzekering. Zeker 80 procent van onze patiënten is verzekerd. Dat kost zo’n 30 cedi per jaar (met de huidige koers: ongeveer 2,50 euro), de overheid probeert dit zo betaalbaar mogelijk te houden.”

Victoria (2e links) geeft advies in het ICT-centrum

Mobiel bankieren in de zelfstandige bank.

Ook de medewerkers van de bank in het epicentrumgebouw zijn blij met het internet. Bankmedewerker Matilda: “Het mobiele bankieren heeft mijn werk eenvoudiger gemaakt. Geen gedoe meer met kasboekjes bijhouden, papieren invullen. Alles gaat digitaal! Het enige wat klanten nodig hebben is een telefoon en de smartcard die ze krijgen bij het openen van de rekening. Met één druk op de knop heb ik zo een overzicht van al mijn klanten. En ik kan makkelijk informatie online delen met ons hoofdkantoor.”

De bank is opgezet door The Hunger Project, zodat mensen hun geld veilig kunnen bewaren, kunnen lenen en sparen. Net als de banken van alle 45 epicentra in Ghana is de bank van Adonkwanta sinds een jaar een zelfstandige bank geworden: de Epicenter’s Cooperative Livelihood Improvement Society. Kofi, projectmedewerker bij The Hunger Project Ghana, trainde Mathilde en haar collega’s in boekhouding en digitale vaardigheden. Ook was hij verantwoordelijk voor het verzelfstandigen van de banken en stond hij aan de wieg van het online bankieren.

Kofi deelt trots: ”Ik vind het geweldig dat alle klanten van de bank nu hun geldzaken gewoon thuis kunnen regelen, met hun mobiele telefoon. Ze hoeven niet voor elke handeling naar de bank te komen en weten altijd precies hoeveel geld er op hun rekening staat. We zien dat meer mensen er vertrouwen in hebben dat hun geld veilig is, en dat meer mensen gebruik van de bank maken.”

Bankmedewerker Mathilde laat een bankpasje zien

Inzetten voor de gemeenschap.

Uiteraard betekenen al deze nieuwe voorzieningen een grote stap vooruit voor Adonkwanta. Maar zelfredzaamheid betekent voor de inwoners ook dat ze meer zijn gaan samenwerken. En dat ze er met de nieuwe kennis zelf op vooruit gegaan zijn. Zo vertelt Veronica: “Een groot voordeel van het epicentrum: dorpsbewoners zetten zich nog meer dan voorheen in voor de gemeenschap. Er was al best veel verbondenheid, en dat is alleen maar meer geworden. We werken gemeenschappelijk aan klussen, zoals het werk op het land. En we spreken elkaar sneller aan als iemand iets doet wat niet kan. Vroeger durfde ik niet goed groepen mensen toe te spreken. Maar ook daar ben ik beter in geworden door de trainingen.”

Meer oogst, meer handel, meer inkomsten.

Ook Hayford en Vida gingen er op vooruit. “Ik heb zo veel geleerd op veel vlakken. Zo zijn mijn oogsten flink gestegen door mijn nieuwe kennis over landbouwtechnieken. Met een lening van de bank kon ik palmbomen kopen en heb ik nu opbrengst van palmolie. Met het dorp hebben we een gezamenlijke pers kunnen kopen, waar iedereen tegen betaling van de brandstof zijn eigen palmnoten kan verwerken tot olie.” Vida vult aan: “Mijn eigen handel in yam, bakbananen, bananen en andere producten kon ik flink uitbreiden door de leningen van de bank. En door de financiële trainingen, beheer ik mijn inkomsten en uitgaven veel beter. Ik spaar elke maand een mooi bedrag en zet dat op mijn spaarrekening op de bank. We verdienen zelfs genoeg zodat onze jongste zoon naar de universiteit kan.”

Tekst: Mariken Stolk
Foto’s: Johannes Odé 

Investeer in een wereld zonder honger.